In haar roman ‘Floris’ neemt Agave Kruijssen ons mee naar een ver verleden. Door de ogen van het gelijknamige hoofdpersonage, Floris, maken we kennis met de mysterieuze middeleeuwen. Hoewel je een boek nooit op basis van de cover mag kiezen, moet ik kleur bekennen. De opvallend rode kaft sprak me aan en na het lezen van de korte inhoud was ik verkocht. Een spannende historie over het leven van een middeleeuwse graaf kon me wel bekoren. Ik was ontzettend nieuwsgierig naar hoe Kruijssen het hele leven van een dertiende-eeuwse graaf zou vatten in een novelle, want ik wist nog niet veel over deze historische figuur. Na wat opzoekingswerk kwam ik te weten dat dit vertelsel gebaseerd is op een echte persoon. Doorheen de hele geschiedenis werd Floris eigenlijk als een incapabel heerser omschreven. Als auteur de beslissing nemen om 268 bladzijden te wijden aan een figuur met een slechte reputatie, vond ik fascinerend.
Het verhaal vangt aan met een gebeurtenis die zich voordoet in het begin van Floris’ leven. Het beschrijft de moord van zijn vader, Willem. De sfeer die de auteur hier creëert is enorm meeslepend. Je ziet de mistige en koude scene zo voor je en je voelt Willems paniek, ook al zegt dit personage niets. Kruijssens talent om op zo een manier de toon te zetten, vond ik ongelofelijk knap en illustreert haar schrijftalent. De vader-zoon relatie waar de auteur in dit hoofdstuk over schrijft, is van groot belang voor het verhaal. Deze relatie speelt een cruciale rol in het leven van Floris en de manier waarop hij beslissingen neemt. Het wreken van zijn vaders dood, vormde voor een lange tijd de spil van zijn leven. Zelfs zijn huwelijk met Beatrijs staat in functie van de vergelding waar hij zo op belust is. Dat de auteur het boek start met een gebeurtenis die zo essentieel was voor het hoofdpersonage, is veelzeggend. Het draagt bij aan de chronologische opbouw van deze historie en is een sterke start waarbij de structuur en schrijfstijl een mooi geheel vormen.
De manier waarop Kruijssen schrijft, zorgde ervoor dat ik me in de dertiende eeuw waande. Dit terug-in-de-tijdgevoel is het resultaat van twee elementen. Ten eerste grijpen de middeleeuwers ongelofelijk vaak terug naar God. Als Floris en Beatrijs hun eerste kind verliezen, zeggen ze dat dit de wil van God is. Ik had de indruk dat ze oprecht troost vonden in de vele gebeden die ze toewijdden aan hun overleden kind. Maar ook tijdens een veldslag, grijpen de personages vaak terug naar God als ze het moeilijk hebben. Dit voelde voor mij typisch middeleeuws aan. Daarnaast hechten de personages veel waarde aan loyaliteit. Wie is trouw aan wie? Het is een vraag die voor veel conflicten zorgt in deze roman. Dit feodale element drijft de spanning aanzienlijk op en draagt opnieuw bij aan het passend tijdsgevoel. Al deze kenmerken zorgen ervoor dat de vertelling behoorlijk realistisch aandoet.
‘Floris’ neemt je mee naar een woelige tijd, naar een periode die krioelt van intriges en verraad. Kruijssens schrijfstijl zorgt ervoor dat het boek je geen moment loslaat en je jezelf in een vervlogen verleden waant. De dertiende eeuw was nog nooit zo spannend!